Bij het hebben van diabetes is sporten erg belangrijk. Er wordt aangeraden 5 dagen per week minimaal 30 minuten (matig) intensief te bewegen. Voorbeelden hiervan zijn wandelen, fietsen, zwaardere huishoudelijke taken of krachttraining. Bewegen kan verschillende voordelen hebben, maar er zijn wel een aantal dingen waar rekening mee gehouden moet worden.
Bij diabetes reageert het lichaam minder goed op insuline. Insuline is nodig om suiker vanuit het bloed de cellen in te krijgen, zodat het gebruikt kan worden door het lichaam. Bewegen kan de insulinegevoeligheid verhogen, wat zorgt voor een minder hoge bloedsuikerspiegel.
Kans op hypo
Als de medicijnen/insuline niet goed zijn afgestemd op de beweging kan dit leiden tot een te lage bloedsuiker (hypo). Dit kan nog 24 tot 48 uur na het sporten gebeuren. Houd de bloedsuiker en klachten in de gaten om dit te voorkomen. Op de website van het diabetesfonds staat een tabel met hoeveel koolhydraten (suikers) voor het bewegen moet worden gegeten/gedronken, bij verschillende bloedsuikergehaltes.
Kans op hyper
Ook kan er een te hoge bloedsuiker ontstaan (hyper). Sport dan wat langer of spuit extra insuline. Als u regelmatig (intensief) sport en merkt dat tijdens of na het sporten de bloedsuiker vaker te hoog/laag is, kan u met de huisarts of diëtist overleggen om minder insuline te spuiten voor het sporten.
Waar moet je op letten?
meet je bloedsuiker voor én na het sporten
vertel aan mensen waarmee je sport dat je diabetes hebt.
ga niet sporten bij een lage bloedsuiker (onder 5mmol/l)
ga niet sporten bij een te hoge bloedsuiker (boven 16mmol/l).
neem altijd snelle suikers mee (zoals druivensuiker/dextrose, siroop/sportdrank).
neem bij een te lage bloedsuiker 20 g snelle suikers in.
neem per half uur 15-30 g snelle suikers in bij zware inspanning en drink 1,5 -2 L per uur. Meet je bloedsuiker regelmatig.
Houd tijdens en na het sporten dus goed in de gaten of u symptomen krijgt van een hypo of hyper. Veel plezier met sporten!
Ontdek hier meer info voer diabetes.